Derk Kemper

Derk Kemper, zoon van Freerk Jans Kemper, geboren 18-07-1886 in Bellingwolde en overleden op 08-02 (12)-1968 in Ter Apel. Derk is begraven op 12 december 1968 in Sellingen. 

Getrouwd (1) in Bellingwolde op 19-01-1907 met Jantina Zwaneveld geboren op 06-08-1886 in Vriescheloo, dochter van Luitjen Harms Zwaneveld en Elizabeth Heibroek. Zij overleed op 30-10-1918 in Laude aan de Spaanse griep, veertien dagen na de geboorte van een tweeling, begraven in Sellingen. Uit dit huwelijk:

Getrouwd (2) in Vlagtwedde op 24-01-1920 met Zwaantje Meendering, geboren op 22-03-1884 in Zuidveld en overleden op 18-05-1954 in Emmen, dochter van Geert Freerks Meendering en Elizabeth de Vries. Uit dit huwelijk:

Zwaantje Meendering had bij haar huwelijk een zoon, Geert Meendering, geboren op 04-03-1913 en overleden op 08-11-1941, zoon van Roelof Mulder, Getrouwd op 18-10-1939 met Hindrikje Harder, dochter van Renze Harder en Antje Gringhuis. Geert werd opgevoed door zijn moeder, zijn opa en zijn tante Hindertien. Toen Zwaantje met Derk trouwde ging hij met haar mee. Hij verdiende de kost door met de fiets langs huizen te gaan om kruidenierswaren uit de winkel van zijn oeder te verkopen. Na zijn huwelijk op 18 oktober 1939 met Hindrikje Harder, dochter van Renze Harder en Antje Gringhuis begon hij een kruidenierszaak aan de Kloosterveenweg 7 in Ter Apel.

Hindrikje Harder, geboren op 05-10-1912 in Nieuw-Weerdinge en overleden in Denekamp, verloor in nog geen twee maanden tijd in november en december 1918 haar vader, drie broers en een zus aan de Spaanse griep. Na de dood van Geert hield zij de zaak aan en nam ze drie kostgangers. Toen ze op 18-07-1958 in Denekamp trouwde met Aris van der Steeg uit Lonneker verkocht ze de zaak. De nieuwe eigenaren verkochten de zaak uiteindelijk aan kapper Bos.

Aris van der Steeg, zoon van Geurt van der Steeg en Hendrikje de Boer, geboren op 26-11-1906 in Lonneker. Getrouwd (1) op 13-11-1929 met Rudolfine Ida Krikke, dochter van Geert Krikke en Adelheid Potthof, geboren in 1908 in Gronau en (2) met Hindrikje Harder op 18-07-1958.

Op 34-jarige leeftijd overleed hij als gevolg van een motorongeluk. ‘Ter Haar. Een vrij (!) ernstig verkeersongeval had gistermorgen plaats op de Sellingerstraatweg te Ter Haar. De winkelier G. Meendering, die op zijn motor in de richting Ter Apel reed, passeerde te Ter Haar de stoomtram O.G.. Rookwolken, die uit de locomotief kwamen bedekten den weg en daarom kon M. niet uitzien wat op den weg was, zodat hij middenin den rookwolk tegen een melkwagen, die voor hem uitreed, botste. Hij sloeg met zijn motor tegen den weg, bleef bewusteloos liggen en werd bij den landbouwer Schoonbeek binnen gedragen. De ontboden geneesheer, Dr. De Vries, die hem de wonden verbond, constateerde ernstige kneuzingen en achtte overbrengen naar een ziekenhuis per ziekenauto noodzakelijk. De motor bleef ongeschonden.‘ Dit bericht verscheen op zaterdag 9 november 1946 in de Winschoter Courant. Dat Geert de dag ervoor al was overleden had de krant blijkbaar niet meer bereikt. Toen Geert zwaar gewond op de weg lag, kwam Wilke Hesse in zijn auto voorbij. Toen hij zag wie er verongelukt was ging hij Geerts vrouw, Hindertje, waarschuwen. Hij adviseerde haar naar hem toe te gaan daar hij nogal pijn in de borst had. Hindrikje voorvoelde toen al dat hij dood was en ging op de fiets naar Ter Haar. Wilke ‘vergat’ haar even met zijn auto te brengen.

Klik hier voor de stamboom van Zwaantje Meendering 

Getrouwd (3) op 20-11-1961 met Anna Siegers, geboren 15-10-1878 in Weerdingermarke (Emmen), overleden op 20-09-1963 in Sleen, dochter van Jacob Siegers en Douwina Bakker. Weduwe van Jan Mulder, geboren in 1867/68 te Onstwedde, zoon van Jacob Mulder en Grietje Lindeman. 

Derk Kemper en Zwaantje Meendering. Derk Kemper was machinist op de dorsmachine en had een 'ambtswoning' . Op de foto hieronder staat Zwaantje voor dit huis, waar zij een winkel dreef.  Rechts het huis zoals dat er uitzag in 2002.

Boven: Derk Kemper

Op onderstaande foto staat de machinist van de dorsmachine trots te poseren voor de fotograaf (tweede van links, bovenste rij)

Huis van Derk Kemper in Sellingen

Graven van Derk Kemper en zijn eerste vrouw Jantina Zwaneveld en zijn tweede vrouw Zwaantje Meendering op het kerkhof in Sellingen.

Derk Kemper en Zwaantje Meendering

Zwaantje Meendering overleed op 18 mei 1954 in Emmen aan slokdarmkanker. Zwaantje verbleef vier weken in het ziekenhuis wegens haar ziekte. Toen ze ontslagen werd, kwamen Zwaantje en Derk bij hun dochter Geertje in Emmen. Zwaantje ging alleen 's winters naar school. Toen ze 12 jaar was werd ze kindermeid bij Hesse in Ter Walslage voor 12 gulden per jaar. Ze moest voor de kinderen Wilke en Roelf zorgen. Toen Albert Hesse en zijn vrouw een avond weggingen, moest Zwaantje de jongens naar bed brengen. Eén van de jongens wilde voor het naar bed gaan niet plassen, met het voorspelbare gevolg. De volgende morgen kreeg Zwaantje de wind van voren van mevrouw Hesse. Zwaantje was niet op haar mondje gevallen. Ze verweerde zich met "Kan ik het help'n, as den jong nig mieg'n wil." Wegens haar grote mond werd Zwaantje door haar bazin weggestuurd. Ze pakte haar spullen en vertrok, maar voor ze goed en wel op de Boekhorst was, kwam Albert Hesse haar achterna. Zijn reactie was "Man moust wol bliev'n." Zwaantje deed op 16-04-1906 belijdenis samen met haar zuster Janna. Net als Janna werkte Zwaantje altijd "waar werk was". In de herfst van 1953 heeft ze met een buurvrouw nog een bunder aardappelen aangenomen (om die te rooien). Volgens Geertje Kemper heeft Zwaantje 4 jaar verkering gehad met Roelof Mulder. Toen ze zouden trouwen, moest hij een straf uitzitten. Toen hij vrij kwam heeft hij Zwaantje niet opgezocht. Uit deze verhouding had Zwaantje een voorkind Geert Meendering, geboren op 04-03-1913. Op 18-10-1939 is hij getrouwd met Hindrikje Harder 

Toen de eerste vrouw van Derk Kemper in oktober 1918 overleed werd Zwaantje bij hem huishoudster. Ruim een jaar later trouwden ze, Zwaantje was toen 35 jaar.

Naast het huishouden had Zwaantje een kruidernierswinkel en hield ze kippen, eenden en een geit. Later zorgde ze ook voor de machinepaarden. Men zegt dat aleen haar eigen kinderen in de winkel mochten komen. Zij zei altijd: ‘Het kleed van een stiefmoeder is lang, er wordt gemakkelijk op getrapt’.

Derk Kemper was een boerenzoon uit Bellingwolde, die geen boer wilde worden. Zo werd hij als 13-jarige smidsknecht bij Van Heuvelen in Vriescheloo. Derk wilde echter commies worden, maar 's avonds viel hij boven zijn boeken in slaap. Derk bleef smidsknecht en later meesterknecht bij dezelfde baas. Toen het Ruiten A-kanaal werd gegraven ging hij werken voor Kemper & Smit bouwers van bruggen. Hij moest dicht bij zijn werk wonen, daarom woonde hij bij de Sellingersluis en later bij de Laudersluis in een groene keet.    

Na het overlijden van Zwaantje bleef Derk nog zeven jaar alleen aan de Dorigweg wonen. Toen hij wist dat hij in een bejaardentehuis kon, zonder dat zijn kinderen voor hem moesten betalen, heeft hij zelf een kamer in het bejaardenhuis Schoonoord gevonden. Hier leerde hij een mevrouw Mulder kennen. Zij zat meestal bij hem op de kamer. Dit gaf aanleiding tot praatjes. Het bestuur van het bejaardentehuis stelde hen toen voor de keus:trouwen of vertrekken. Het werd trouwen.

Derk heeft dit huwelijk voor zijn eigen kinderen geheim willen gehouden, maar hij en Anna stonden met foto en al in de krant. Na het overlijden van Anna verhuisde Derk naar Kloosterheerd in Ter Apel, want in Schoonoord voelde hij zich niet thuis. Dorsmachine Tot 1920 werd in Sellingen en Laude met de vlegel gedorst. Dit oude handwerk werd voor- al 's winters op de lemen deel uitgeoefend. Omstreeks 1919 werd in het Carspel Sellingen de Coöperatieve Dorsvereniging opgericht. Geert Trenning in Laude werd voorzitter. In 1920 werd de eerste machinist van de dorsma- chine benoemd: Derk Kemper. De dorsvereniging liet in Laude een huis bouwen voor de machinist, dit was het laatste huis links van de weg richting Ter Borg. Mevrouw Kemper had hier tevens haar kruideniers-winkel. Bij het huis was een grote schuur voor de dorsmachine. Waarschijnlijk omdat de dorsmachine in Laude gestationneerd was sprak men van de dors- machine van de Lauderboeren . De dorsrnachine werd aangedreven door een locomobiel en aanvankelijk door zware Belgen getrokken. Kort voor de oorlog werd een Hanomag trekker gekocht.

De stoker was verantwoordelijk voor water en vuur. Hij moest een uur voor de anderen beginnen om de locomoblei, die met grote brokken kool gestookt werd op temperatuur te krijgen. In 1927 werd in Sellingen en omstreken elektriciteit aangelegd dat de locomobiel overbodig raakte. Dit beperkte echter de plaatsen waar gedorst kon worden. Men moest in de buurt van de straatweg blijven, want stroom hadden alleen de huizen langs de straatweg. Kemper dorste vanaf de Schaalbergerweg tot Plaggenborg bij Jipsinghuizen. Hij ging niet

Over de A in Jipsinghuizen. In het dorsseizoen kwam Kemper wekelijks bij Geert Trenning om af te rekenen of bepaalde zaken te bespreken. ‘s Zondagsmorgens dronk Derk Kemper een Berenburger en rookte bij een sigaar. Als Geert Trenning, zijn werkgever, dan onverwachts op bezoek kwam moesten het glas en de sigaar gauw verdwijnen, want Derk wilde niet dat Trenning wist dat bij het er eens per week van nam. ‘s Winters pompte Kemper met de trekker water uit de Ruiten A om de Postruiken, de plaatselijke ijsbaan, onder water te zetten. Dit gebeurde vaak ‘s avonds of 's nachts want het dorsen mocht er niet onder lijden. De Kemper-kinderen kregen gratis donateurskaarten van de ijsvereniging van Geert Trenning, die tevens in het bestuur van de ijsvereniging zat. Derk bleef tot zijn pensioen in 1951 bij de dorsmachine. Hij werd opgevolgd door Hendrik Potze. De komst van de maaidorser (combine) maakte de dorsmachine overbodig. Toen de dorsmachine nog door paarden werd getrokken, kwam het wel voor dat het personeel met man en macht de locomobiel, de dorskast en de stro pers moesten verzetten. Bij elk wiel stond dan een man om op commando de spaken vast te pakken en de wielen in beweging te zetten óf naar voren óf naar achteren. Meestal waren er twee kerels die de hevels bedienden met een blok hout er achter. Aan de disselboom stonden twee mannen. Als ieder op zijn plek stond, riep Derk Kemper: "Ain, twaai, (g)eliek!"

Bron: G. Luth, Genealogie van de familie Meendering in het Carspel Sellingen te Westerwolde, 1994 

 

Spaanse griep

Meer informatie over de spaanse griep epidemie vindt u hier. De piek van het aantal slachtoffers lag in de maanden (september) oktober, november en december. Vergelijk ook de sterftecijfers in Vriezenveen. 

In Amerika waren meisjes in 1918 aan het touwtjespringen op het volgende rijmpje:
I had a little bird
And its name was Enza
I opened the door
And in-flew-Enza.


Nanne Harms Zwaneveld (smid), geboren rond 1810 in Weener en overleden op 26-12-1881 in Wymeer. Getrouwd met Engelina Eden Blok, geboren op 30-11-1814 in Wymeer en overleden op 06-03-1898 in Wymeer. Uit dit huwelijk:

Getrouwd (3) op 07-04-1894 in Bellingwolde met Dieuwerke Lammerts Kraak, geboren in Noordwolde (Bedum) in 1839/40 en overleden op 01-04-1922 in Vriescheloo, weduwe van Jan Engelkens. Uit dit huwelijk: