Histoforum      Lesmateriaal      Toetsmateriaal      Vakinformatie      Magazine    

Historische vaardigheden

Macht is een generiek concept waarmee leerlingen bij het vak geschiedenis geregeld geconfronteerd worden. Reden genoeg om eens wat nader in te gaan op de diverse aspetcen van macht.

Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org      

Continuïteit en verandering

Bronnen (betrouwbaarheid, representativiteit)

Voor zowel redeneren met als over bronnen moet rekening gehouden worden met de bruikbaarheid. Deze is:

Verklaringen geven; oorzaak en gevolg


in het kader van een historische vraagstelling:
o verklaringen geven voor historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen;
o onderscheid maken tussen verschillende soorten oorzaken en gevolgen.
Het gaat om causale (oorzaak/gevolg) verbanden tussen verschijnselen of gebeurtenissen, waarbij rekening gehouden kan worden met motieven van mensen.
Het aangeven van oorzaken, motieven en gevolgen is een interpretatie die (mede) afhangt van eigen standplaatsgebondenheid (zie ook 7)
- voorbeelden van oorzaken zijn:
• structurele (indirecte) en incidentele (directe) oorzaken. Een incidentele of directe oorzaak die onmiddellijk aan een gebeurtenis voorafgaat, wordt ook vaak 'aanleiding' genoemd.
• politieke, economische, sociale en culturele oorzaken
- voorbeelden van gevolgen zijn:
• direct optredende gevolgen en gevolgen op langere termijn
• bedoelde en onbedoelde gevolgen
• politieke, economische, sociale en culturele gevolgen
• belangrijke en minder belangrijke gevolgen, denk hierbij aan:
o de schaal van de gevolgen (hoeveel mensen/landen waren erbij betrokken)
o de intensiteit (hoe diep werd het leven van mensen er door beïnvloed )
o de duur

Oordelen over het verleden; feiten en meningen en tijd- en plaatsgebondenheid

De kandidaat kan bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met:
7.1 het onderscheid tussen feiten en meningen;
7.2 tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie hij zelf;
Kandidaten zijn in staat rekening te houden met motieven, interesses, waarden, normen en verwachtingen van mensen in andere tijden. We noemen dit inleven in de standplaatsgebondenheid van individuen.
Kandidaten houden er rekening mee dat personen:
• tijdgebonden zijn: dat wil zeggen dat mensen geen kennis hebben of kunnen hebben van latere gebeurtenissen (ondanks dat sommige gevolgen verwacht/voorspeld worden: zie 4.3).
• plaatsgebonden zijn: dat wil zeggen dat mensen slechts toegang hebben tot kennis en ervaringen die binnen hun persoonlijke leefwereld aanwezig zijn;
• uniek zijn: dat wil zeggen dat mensen binnen die tijd- en plaatsgebondenheid op een individuele manier omgaan met kennis en ervaringen en daardoor verschillen in wat ze wel of niet belangrijk vinden, goed of slecht, leuk of vervelend. Daarbij spelen persoonlijke kenmerken een rol (bijvoorbeeld sekse, leeftijd, politieke of godsdienstige overtuiging, achtergrond, karakter).
7.3 de rol van waardepatronen in heden en verleden;
Zie standplaatsgebondenheid bij 7.2
7.4 het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Het gaat hier argumenten die blijk geven van historisch redeneren.

 

 

 

 kerkelijke macht


  militaire macht

.

 macht van het geld

Copyright:  Albert van der Kaap, 2009